Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AT1707

Datum uitspraak2005-03-08
Datum gepubliceerd2005-03-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers14/010569-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Naar aanleiding van de moord op een bekende Nederlander heeft verdachte het plan opgevat een aanslag te plegen op een moskee. Verdachte heeft voldoende kruit verzameld om een ontploffing teweeg te brengen waardoor, naast materiële schade, ernstig tot zeer ernstig letsel bij personen in de nabije omgeving zou kunnen worden veroorzaakt. Doordat de politie op de hoogte kwam van de plannen van verdachte heeft het zo ver niet hoeven komen.


Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR Parketnummer: 14/010569-04 Datum uitspraak: 8 maart 2005 OP TEGENSPRAAK VONNIS van de Rechtbank Alkmaar, Meervoudige Kamer voor Strafzaken, in de zaak van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: [verdachte], geboren te 's-Gravenhage op [datum] 1977, gedetineerd in PI Noord Holland Noord - Huis van Bewaring Zwaag te Zwaag. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 februari 2005. De rechtbank heeft kennisgenomen van - de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar met aftrek van voorarrest; - hetgeen door de verdachte en mr. R.D. Meerman, raadsman van de verdachte, naar voren is gebracht. 1. TENLASTELEGGING Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat 1. hij op of omstreeks 17 november 2004 te [woonplaats], gemeente Wieringermeer, ter voorbereiding van het misdrijf genoemd in artikel 157 Wetboek van Strafrecht, te weten opzettelijk een ontploffing teweegbrengen waarbij levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, en/of waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten is, opzettelijk een grote hoeveelheid vuurwerk (met een totaalgewicht van ongeveer 100 kilogram), te weten, vier stuks chinese rollen en/of 8 fonteinen en/of 3700 strijkers, welke deels kapot geknipt waren en waar het kruit uit was verwijderd, en/of 400 rotjes (nitraatklappers) en/of een beschuitbus gevuld met kruit kennelijk bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad; 2. hij op of omstreeks 17 november 2004 te [woonplaats], gemeente Wieringermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad - een hoeveelheid van (in totaal)(ongeveer) 2255 gram amfetamine en/of - 786, althans een of meer, (XTC-)pillen bevattende MDMA, en/of - een of meer vellen bevattende 9,45 gram LSD (lysergide), zijnde (telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; 3. hij op of omstreeks 17 november 2004 te [woonplaats], gemeente Wieringermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van (in totaal)(ongeveer) 715 gram GHB (4-hydroxyboterzuur) zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II; 4. hij op of omstreeks 17 november 2004, te [woonplaats], in de gemeente Wieringermeer, anders dan bedoeld in de artikelen 1.3.1, derde lid en/of 2.1.2, tweede lid en/of 2.1.3, vijfde lid van het Vuurwerkbesluit, al dan niet opzettelijk, een (grote) hoeveelheid consumentenvuurwerk, (als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid van het Vuurwerkbesluit)te weten: - 4, althans een of meer Chinese rol(len) en/of - 8, althans een of meer stuks vuurwerk (Fontein) en/of - 3700, althans een of meer strijker(s) en/of - 400, althans een of meer Nitraatklapper(s) voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers - was voornoemd vuurwerk niet voorzien van de aanduiding: "Geschikt voor particulier gebruik" en/of - was/waren die 4, althans een of meer Chinese rol(len) en/of - 8, althans een of meer stuks vuurwerk (Fontein) niet voorzien van een vermelding of afbeelding van de soort van het vuurwerk waaruit duidelijk bleek wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren waren en/of - was/waren die 8, althans een of meer stuks vuurwerk (Fontein) niet voorzien de naam en/of de handelsnaam of het handelskenmerk en/of de naam en/of de plaats van vestiging van de fabrikant en/of de importeur of handelaar en/of - was/waren die 4, althans een of meer Chinese rol(len) en/of - 8, althans een of meer stuks Fontein niet voorzien van een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en/of -volde(e)d(en) die 3700, althans een of meer strijker(s, overigens niet aan een of meer van de daaraan in de "Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004" gestelde eisen, immers was/waren die 3700, althans een of meer strijker(s) (in strijd met artikel 5 lid 4 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004)voorzien van een wrijvingsontsteker; - volde(e)d(en) die 8, althans een of meer stuks vuurwerk (Fontein) overigens niet aan een of meer van de daaraan in de "Regeling nadere eisen vuurwerk 2004" gestelde eisen immers bedroeg het gezamenlijk gewicht van de lading van één stuks vuurwerk (Fontein) ( in strijd met punt B1 en/of B2 van de Bijlage III (Eisen met betrekking tot de lading per categorie consumentenvuurwerk (artikel 9, eerste lid) behorende bij de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004) 250 gram, in elk geval meer dan 40 en/of 100 gram en/of - volde(e)d(en) die 4, althans een of meer Chinese rol(len) overigens niet aan een of meer van de daaraan in de "Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004" gestelde eisen, immers bedroeg het gewicht van de lading van één Chinese rol (in strijd met punt A2 van de Bijlage III (Eisen met betrekking tot de lading per categorie consumentenvuurwerk (artikel 9, eerste lid) behorende bij de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004) 12 kilogram, in elk geval meer dan 25 gram (mits elk compartiment niet meer bevat dan 1 gram. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging. 2. VOORVRAGEN De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank niet bevoegd is tot kennisneming van het onder 4 ten laste gelegde feit omdat dit een economisch delict betreft en derhalve door de economische kamer van deze rechtbank dient te worden berecht. De rechtbank, gelet op artikel 39 van de Wet op de economische delicten zoals dit met ingang van 1 juli 2004 luidt en overwegende dat het onder 4 ten laste gelegde economische feit is begaan in samenhang met het onder 1 ten laste gelegde commune feit waarvan de rechtbank bevoegd is kennis te nemen, deelt het standpunt van de officier van justitie niet. De rechtbank verklaart zichzelf bevoegd tot kennisneming van de zaak, stelt vast dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging en ziet geen redenen voor schorsing van de vervolging. 3. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat 1. hij op 17 november 2004 te [woonplaats], gemeente Wieringermeer, ter voorbereiding van het misdrijf genoemd in artikel 157 Wetboek van Strafrecht, te weten opzettelijk een ontploffing teweegbrengen waarbij gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, en waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten is, opzettelijk een grote hoeveelheid vuurwerk, te weten 3700 strijkers, welke deels kapot geknipt waren en waar het kruit uit was verwijderd en een beschuitbus gevuld met kruit, kennelijk bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad; 2. hij op of omstreeks 17 november 2004 te [woonplaats], gemeente Wieringermeer, opzettelijk aanwezig heeft gehad - een hoeveelheid van ongeveer 2255 gram amfetamine en - 786 XTC-pillen bevattende MDMA en - vellen bevattende 9,45 gram LSD (lysergide); 3. hij omstreeks 17 november 2004 te [woonplaats], gemeente Wieringermeer, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 715 gram GHB (4-hydroxyboterzuur); 4. hij op 17 november 2004, te [woonplaats], in de gemeente Wieringermeer, anders dan bedoeld in de artikelen 1.3.1, derde lid en/of 2.1.2, tweede lid en/of 2.1.3, vijfde lid van het Vuurwerkbesluit, opzettelijk, een grote hoeveelheid consumentenvuurwerk, als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid van het Vuurwerkbesluit te weten: - 4 Chinese rollen en - 8 stuks vuurwerk (Fontein) en - 3700 strijkers en - 400 nitraatklappers voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers - waren die 4 Chinese rollen en - 8 stuks vuurwerk (Fontein) en - 400 nitraatklappers niet voorzien van de aanduiding: "Geschikt voor particulier gebruik" en - waren die 4 Chinese rollen en - 8 stuks vuurwerk (Fontein) niet voorzien van een vermelding of afbeelding van de soort van het vuurwerk waaruit duidelijk bleek wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren waren en - waren die 8 stuks vuurwerk (Fontein) niet voorzien van de naam en de handelsnaam of het handelskenmerk en de naam en de plaats van vestiging van de fabrikant en de importeur of handelaar en - waren die 4 Chinese rollen en - 8 stuks Fontein niet voorzien van een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen of waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en omstanders kon ontstaan en - voldeden die 3700 strijkers overigens niet aan de daaraan in de "Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004" gestelde eisen, immers waren die 3700 strijkers in strijd met artikel 5 lid 4 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 voorzien van een wrijvingsontsteker; - voldeden die 8 stuks vuurwerk (Fontein) overigens niet aan een of meer van de daaraan in de "Regeling nadere eisen vuurwerk 2004" gestelde eisen immers bedroeg het gezamenlijk gewicht van de lading van één stuks vuurwerk (Fontein) (in strijd met punt B1 en/of B2 van de Bijlage III (Eisen met betrekking tot de lading per categorie consumentenvuurwerk (artikel 9, eerste lid) behorende bij de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004) 250 gram en - voldeden die 4 Chinese rollen overigens niet aan een of meer van de daaraan in de "Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004" gestelde eisen, immers bedroeg het gewicht van de lading van één Chinese rol (in strijd met punt A2 van de Bijlage III (Eisen met betrekking tot de lading per categorie consumentenvuurwerk (artikel 9, eerste lid) behorende bij de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004) 12 kilogram. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 4. BEWIJS De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben. De opgenomen schriftelijke stukken gelden slechts in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen. 5. BEWIJSMIDDELEN De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 22 februari 2005 afgelegd, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende: Het kruit dat op 17 november 2004 is aangetroffen in de woning aan de [adres] te [woonplaats] was kruit uit opengeknipte strijkers. Ik ben begonnen met het verzamelen van het kruit rond 10 november 2004. Ik had het kruit in een bus gedaan. Ik heb de bus met kruit aan iemand laten zien en daarbij gezegd: "Daar ga ik al het kruit indoen, ik maak er een bom van en gooi die op een moskee of zo". Ik heb per MSN op 2 november 2004 tegen een chat-vriend gezegd: "Ik ga een mohammedaan liquideren". Ik was boos vanwege de moord op Theo van Gogh. De drugs die op 17 en 18 november 2004 zijn aangetroffen in de woning aan de [adres] te [woonplaats] had ik voorhanden. Ten tijde van het voorhanden hebben besefte ik dat ik mij schuldig maakte aan een strafbaar feit. Het vuurwerk dat op 17 november 2004 is aangetroffen in de woning aan de [adres] te [woonplaats] was van mij. Ik wist dat het illegaal vuurwerk was. Het proces-verbaal met nummer PL1030/04-345863 van 13 december 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar P.C.J. Ligthart, pagina A27. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van verbalisant voornoemd: In dit proces-verbaal een overzicht van de in beslag genomen goederen die in de woning, [adres] te [woonplaats], op 17 en 18 november 2004 zijn aangetroffen. Op 17 november 2004 (onder andere): 003 strohoed met daarin zakje met drugs 770 XTC pillen 004 plastic zak met witte substantie ongeveer: 1546 gram amfetaminen 010 glazen pot met drugs wit poeder (rest drugs) 014 vijf zakjes en twee wikkels drugs betreft: ongeveer 324 gram (onder voorbehoud) 015 plastic zak met restanten wit poeder 016 blikken bus met kruit 017 witte teil met opengeknipte strijkers en tang Op 18 november 2004 (onder andere): 400-08 26,8 gram amfetamine 1100-06A 35,3 gram amfetamine 1100-07 311 gram amfetamine 715 gram GHB-poeder een zakje resten amfetamine Het proces-verbaal met nummer PL1030/04-345863 van 27 december 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar P.C.G. Denneman, pagina Z1-18. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als het onderzoek narcotica uitgevoerd door verbalisant voornoemd: Op 18 november 2003 (de rechtbank begrijpt: 2004) ontving ik middels P. Ligthart van de recherche een hoeveelheid materiaal met het verzoek het gewicht en de aard ervan vast te stellen. Als verdachte werd in dit onderzoek genoemd [verdachte]. Door mij werd het navolgende waargenomen en bevonden: Het materiaal was verpakt in plastic zakken voorzien van de cijfercodes 003, 004, 008, 009, 010, 011, 012, 014, 015 en 016. In de plastic zakken bevonden zich verschillende verpakkingen met materiaal. Per verpakking heb ik het materiaal geïnventariseerd, gewogen en getest met behulp van de narcoticatesten. Van het materiaal heb ik monsters genomen en die verpakt in plastic gripzakjes, welke zijn voorzien van een gerechtelijk laboratoriumcode. De resultaten zijn als volgt: plastic zak 003: verpakking: strohoed met daarin een gripzakje met 46 1/2 tabletten GL-code: 292.439 verpakking: gripzak met daarin 740 tabletten GL-code: 292.440 plastic zak 004: verpakking: plastic zak met daarin een klont kleverig beige poeder gewicht: 1546,2 gram GL-code: 292.425 plastic zak 010: voorwerp: glazen pot met daarin drie boterhamzakjes met beige poeder gewicht: een zakje met 3 gram, een zakje met 5,13 gram, een zakje met 4,39 gram. GL-code: 292.433 plastic zak 014: voorwerp: vijf boterhamzakjes met beige poeder en een minigripzakje met daarin een lichtgele kleverige substantie gewicht: een boterhamzakje met 100,65 gram, een boterhamzakje met 34,74 gram, een boterhamzakje met 100,26 gram, een boterhamzakje met 99,86 gram, een boterhamzakje met 8,65 gram en een minigripzakje met 7,29 gram. GL-code: met betrekking tot de boterhamzakjes: 292.426, 292.427, 292.428, 292.429, 292,430 en met betrekking tot het minigripzakje 292.432 plastic zak 015: voorwerp: een gripzakje met daarin drie velletjes papier gewicht: 9,45 gram GL-code 292.235 plastic zak 016: een bus met daarin zwart/grijs gekleurd poeder gewicht; 95,6 gram De verzamelde monsters genummerd 292.425 tot en met 292.440 zijn verzonden naar het Nederlands Forensisch Instituut voor een nadere analyse. Van deze analyse is afzonderlijk rapport opgemaakt welke als bijlage is bijgevoegd. Het monster, spoornummer 016, is eveneens voor een nadere analyse verzonden naar het Nederlands Forensisch Instituut. Het proces-verbaal met nummer PL1030/04-345863 van 7 december 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar J. Lauffer, pagina Z1-2 Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als het onderzoek narcotica uitgevoerd door verbalisant voornoemd: Op 19 november 2004 ontving ik goederen welke tijdens een op 18 november 2004 verrichte zoeking in perceel [adres] te [woonplaats] in beslag waren genomen. Verzocht werd de goederen te onderzoeken op middelen genoemd in de Opiumwet. Onderzoek 1100-06a Crèmekleurige substantie met een gewicht van 35,3 gram. Een monster van de substantie is veiliggesteld in een gripzakje met de NFI-code 292-441. 1100-07 Resten van een crèmekleurige substantie. Een monster van de substantie is veiliggesteld in een gripzakje met de NFI-code 292.442. Een blok crèmekleurige substantie met een netto gewicht van 311 gram. Een monster van de substantie is veiliggesteld in een gripzakje met de NFI-code 292.443. Witte substantie met een netto gewicht van 715 gram. Een monster van de substantie is veiliggesteld in een gripzakje met de NFI-code 292.444. 400-08 Gripzakje met een crèmekleurige substantie met een netto gewicht van 11,2 gram. Een monster van de substantie is veiliggesteld in een gripzakje met de NFI-code 292.447. Monsters van genoemde stoffen zijn voor analyse verzonden naar het Nederlands Forensisch Instituut. Het proces-verbaal met nummer PL1030 van 18 november 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar J.P. Zijp, pagina Z2-7. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als het relaas van verbalisant: Ik betrad op 17 november 2004 de woning [adres] te [woonplaats]. Aangetroffen situatie vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit aangetroffen: * vier Chinese rollen netto gewicht: 12 kg per stuk Ik verbalisant heb het aangetroffen vuurwerk onderzocht. Ik heb geconstateerd dat alle rollen niet waren voorzien: - van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik"; - van een vermelding of afbeelding van de soort van het vuurwerk waaruit duidelijk blijkt wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren zijn; - van een Nederlandse gebruiksaanwijzing; * acht stuks Fontein opschrift per Fontein: pyrotechnisch sas: 250 gram Ik verbalisant heb het aangetroffen vuurwerk onderzocht. Ik heb geconstateerd dat alle Fonteinen niet waren voorzien: - van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik"; - van een vermelding of afbeelding van de soort van het vuurwerk waaruit duidelijk blijkt wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren zijn; - van de naam, de handelsnaam of het handelsmerk en de naam en de plaats van vestiging van de fabrikant en de importeur of handelaar en (de rechtbank begrijpt: niet) waren voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing. * 3700 strijkers Ik heb het vuurwerk onderzocht. Ik heb geconstateerd dat de strijkers waren voorzien van een wrijvingsontsteker. Op het aangetroffen vuurwerk stond een pan. Ik zag dat op de bodem van de pan kapotte/aangebroken strijkers lagen. Ik concludeerde dat sommige strijkers waren ingeknipt waarna het kruit was verwijderd. * 400 nitraatklappers Ik verbalisant heb het aangetroffen vuurwerk onderzocht. Ik heb geconstateerd dat de verpakking van de rotjes niet was voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik". Drie schriftelijke stukken, inhoudende deskundigenrapporten opgesteld door het Nederlands Forensisch Instituut. Deze schriftelijke stukken maken deel uit van genoemd proces-verbaal; kopieën daarvan wordt als bijlagen bij dit vonnis gevoegd. 6. BEWIJSVERWEREN Ter terechtzitting heeft de verdachte aangevoerd dat het kruit, dat door hem uit strijkers was gehaald en in een bus was gedaan, bestemd was om zelf vuurwerk te fabriceren welke hij in de duinen af wilde steken. Met betrekking tot de door hem jegens anderen gedane uitlatingen inhoudende dat hij van plan was met dit kruit een bom te maken om een moskee op te blazen heeft hij verklaard dat deze niet serieus bedoeld waren. De rechtbank overweegt als volgt. Verdachte heeft kruit dat uit vuurwerk was verzameld in een suikerbus gedaan en is voornemens geweest het kruit van een grote hoeveelheid ander vuurwerk daar nog aan toe te voegen. De verdachte was voorts bezig te bedenken waar het kruit in zou moeten om het tot ontploffing te laten komen. Het kruit van de hoeveelheid vuurwerk dat verdachte voorhanden had was, blijkens het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 2 februari 2005, geschikt voor het teweegbrengen van een ontploffing. Verdachte heeft aangegeven dat de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 hem zeer boos heeft gemaakt. Verdachte is vanaf die datum overgegaan tot het uitwisselen van moslimvijandige uitingen in chatsessies met vrienden. Hij heeft daarin aangegeven moslims te willen liquideren. Gezien het moment waarop verdachte deze uitingen heeft gedaan, namelijk in een tijd van grote maatschappelijke spanningen rondom moslims in de Nederlandse samenleving en gezien het feit dat verdachte zich voor de datum van de moord niet op een dergelijke grove bedreigende wijze heeft uitgelaten over moslims tegen zijn chatvrienden, acht de rechtbank verdachtes opmerking dat het slechts grootspraak betrof, dat hij zich in chatsessies vaak op grove wijze uitdrukte en dat hij tot het verzamelen van het kruit is overgegaan om in de duinen een grote vuurwerkbom af te steken voor de kick, niet aannemelijk. Een en ander temeer daar hij zijn plan om een aanslag te plegen op een moskee niet alleen meerdere keren aan zijn chatvrienden heeft verkondigd, maar ook in een gesprek met een buurvrouw zijn plan kenbaar heeft gemaakt, waarbij hij haar de bus met kruit dat hij daarvoor wilde gebruiken heeft getoond. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door het verzamelen van het kruit uit strijkers en door zich af te vragen hoe hij een door hemzelf te maken bom tot ontsteking zou kunnen brengen naar uiterlijke verschijningsvorm een aanvang gemaakt met de voorbereiding van een dergelijke aanslag. Weliswaar heeft hij de moskee die het doelwit van zijn aanslag zou worden niet gespecificeerd, maar het middel voor de aanslag was reeds deels gerealiseerd. 7. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert op: feit 1: voorbereiden van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en voorbereiden van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is; feit 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod; feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod; feit 4: opzettelijke overtreding van een voorschrift krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, meermalen gepleegd. 8. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. 9. MOTIVERING VAN DE STRAF De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen: Naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh heeft verdachte het plan opgevat om een aanslag te plegen op een moskee. Ter voorbereiding van dit misdrijf heeft verdachte een hoeveelheid kruit verzameld dat, in geval van opsluiting in een container, voldoende was om een ontploffing teweeg te brengen waardoor, naast materiële schade, ernstig tot zeer ernstig letsel bij personen in de nabije omgeving zou kunnen worden veroorzaakt. Doordat de politie op de hoogte kwam van de plannen van verdachte heeft het zo ver niet hoeven komen. Door aldus te handelen heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan voorbereiding van één van de ernstigste misdrijven tegen de Nederlandse democratische rechtsstaat. Tevens heeft hij de gevoelens van angst en onveiligheid die sinds de terroristische aanslagen van de afgelopen jaren de samenleving beheersen, aangewakkerd, hetgeen de rechtbank hem zwaar aanrekent. Wel neemt de rechtbank in overweging dat de voorbereidingshandelingen van verdachte vooralsnog beperkt zijn gebleven tot het aangeven van een object voor de aanslag en het vergaren van kruit en er nog geen zodanige bewerking van het kruit had plaatsgevonden dat dit geschikt was om een ontploffing van substantiële aard teweeg te brengen. Tevens heeft verdachte een grote hoeveelheid drugs waaronder speed, XTC en GHB voorhanden gehad. Dit soort drugs zijn voor de gezondheid van gebruikers daarvan zeer schadelijke stoffen. Het gebruik daarvan is ook bezwarend voor de samenleving onder andere vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Ten slotte heeft verdachte 100 kilo illegaal vuurwerk in zijn bezit gehad. Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op: - het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister, gedateerd 1 december 2004, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder ter zake van Opiumwet- en geweldsdelicten is veroordeeld. Dit heeft de verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren. De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een vrijheidsstraf zoals geëist door de officier van justitie op haar plaats is. Om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst dergelijke misdrijven te plegen, zal de rechtbank deze deels in voorwaardelijke vorm opleggen. 10. MOTIVERING VAN DE MAATREGEL De rechtbank is van oordeel, dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten: - 4 stuk vuurwerk kl. rood - Chinese rol Shi Wan - 100.000 klapper gevarenklasse 1.4G 19 shots - 8 stuk vuurwerk kleur rood - Fontein Bondbridge - Golden Crackling Chry gevarenklasse 1.4G 19 shots - 3777 stuk vuurwerk kleur groen - strijkers corsair dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang. Verder is uit het onderzoek op de terechtzitting gebleken dat het onder 1 en 4 bewezen verklaarde met betrekking tot deze voorwerpen is begaan. 11. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 46 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a (oud) en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 1.1.1, 1.2.2, 1.3.1, 2.1.2 en 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet. 12. BESLISSING De rechtbank: Verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten. Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar. Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 3 (DRIE) JAAR. Beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot zes maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt beslist. Stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt. Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. Verklaart onttrokken aan het verkeer: - 4 stuk vuurwerk kl. rood - Chinese rol Shi Wan - 100.000 klapper gevarenklasse 1.4G 19 shots - 8 stuk vuurwerk kleur rood - Fontein Bondbridge - Golden Crackling Chry gevarenklasse 1.4G 19 shots - 3777 stuk vuurwerk kleur groen - strijkers corsair Dit vonnis is gewezen door mr A.L.R. Barneveld, voorzitter, mr. H. de Klerk en mr. T.H. Bosma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Sanders, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 maart 2005.